Waarom verdwijnt het nulurencontract?

Nederland kent al jaren een relatief groot aandeel flexwerkers. Bijna de helft van de werkenden (43%) heeft een flexibel contract, zoals een oproep- of uitzendcontract, of werkt als zzp’er. Dit aandeel ligt ver boven het Europees gemiddelde. Volgens minister Eddy van Hijum is deze situatie doorgeschoten en zorgt het voor onzekerheid, lage inkomens en beperkte opbouw van sociale rechten.

Wat verandert er per 2027 rondom flexwerk?

De nieuwe wet ‘Meer zekerheid voor flexwerkers’, die vanaf 1 januari 2027 van kracht moet zijn, bevat drie belangrijke wijzigingen:

1. Nulurencontract wordt bandbreedtecontract

De huidige nulurencontracten worden afgeschaft. In plaats daarvan komen zogeheten bandbreedtecontracten. Hierin moet een minimum en maximum aantal uren per week worden vastgelegd. Werknemers krijgen zo meer inkomenszekerheid en mogen werk boven het maximum weigeren.

Goed om te weten: scholieren en studenten vormen een uitzondering, zij mogen nog wel een nulurencontract krijgen.

2. Draaideurconstructies worden aangepakt

Werknemers kunnen nu na drie tijdelijke contracten al na zes maanden opnieuw bij hetzelfde bedrijf beginnen. Deze wachttijd wordt verlengd naar vijf jaar, om langdurige tijdelijke inzet tegen te gaan. Zo worden werkgevers gestimuleerd sneller een vast contract aan te bieden.

3. Uitzendkrachten krijgen gelijke rechten

Uitzendkrachten krijgen recht op gelijke arbeidsvoorwaarden als collega’s in vaste dienst, inclusief loon. Dit moet het loonverschil – momenteel gemiddeld 13% – verkleinen.

Wat betekent dit voor jouw bedrijf?

Deze veranderingen vragen om een heroverweging van je personeelsbeleid. Vraag jezelf af:

• Welke oproepkrachten kan ik nu al een bandbreedtecontract aanbieden?

• Zijn er tijdelijke krachten die ik structureel inzet en wellicht een vast contract kan geven?

• Hoe zijn de arbeidsvoorwaarden geregeld voor mijn uitzendkrachten?

Bredere hervorming van arbeidsmarkt

De afschaffing van het nulurencontract maakt deel uit van een bredere hervorming van de arbeidsmarkt, waarbij het kabinet ook de regels voor zzp'ers aanscherpt. Het doel: werknemers meer zekerheid bieden én constructies aanpakken waarbij werkgevers hun loondoorbetalingsplicht of sociale premies proberen te ontwijken.

Strengere handhaving op schijnzelfstandigheid

Sinds 1 januari 2025 wordt er strenger gecontroleerd op de inzet van zzp’ers. De Belastingdienst en Arbeidsinspectie kijken scherper naar:

• Hoeveel zeggenschap de zzp’er heeft

• Of er sprake is van een vast werkschema

• Of de opdrachtgever de werkomstandigheden bepaalt

Kun je niet aantonen dat een zelfstandige écht zelfstandig werkt? Dan loop je risico op naheffingen en boetes.

Lees ook: Schijnzelfstandigheid bij zzp’ers: wat is het en hoe voorkom je het?

Wet DBA en nulurencontract: één lijn

De aanpak van schijnzelfstandigheid sluit aan bij de afschaffing van het nulurencontract: beide zijn bedoeld om structureel werk niet langer op een flexibele manier in te vullen. Werkgevers die jarenlang gebruikmaakten van oproepkrachten of zzp’ers om pieken op te vangen of risico’s te vermijden, zullen nu eerder moeten kiezen voor een vast of minimaal gegarandeerd contract.

Voor jou als werkgever betekent dit dat je zorgvuldiger moet onderbouwen wanneer je een zelfstandige inzet. Kun je aannemelijk maken dat iemand écht zelfstandig werkt, of loop je risico op naheffingen en sancties? De Belastingdienst en Arbeidsinspectie gaan vanaf 2025 actiever handhaven op schijnzelfstandigheid, waardoor je als werkgever een groter risico loopt op naheffingen, boetes en herstelbetalingen als blijkt dat de inzet van een zzp’er eigenlijk een verkapt dienstverband is.

Aantrekkelijk als werkgever

De nieuwe regels rondom flexibel werk bieden werknemers meer zekerheid, maar vragen ook van ondernemers om hun personeelsstructuur opnieuw te bekijken. Door tijdig te schakelen kun je problemen voorkomen én aantrekkelijker worden als werkgever in een krappe arbeidsmarkt.

Tip: Bekijk ook ons overzicht van nieuwe wetten en regels per 1 juli 2025.